Dit is een van vele manieren waarop ze in haar onderwijs op een innovatieve, speelse manier de brug slaat tussen theorie en praktijk.
‘Als ik achttien jaar geleden op een open dag niet toevallig het lokaal was binnengestapt waar voorlichting werd gegeven over de pabo, was mijn leven misschien heel anders verlopen. Maar toen ik daar zat, wist ik meteen: dit wil ik. Kwam het door het enthousiasme van de voorlichters? Aan de perspectieven voor basisschoolleerkrachten lag het in elk geval niet, want banen waren destijds schaars. Bij mijn afstuderen werd gezegd: “Ga maar naast de telefoon zitten om te wachten op een invalklus.” Daar had ik helemaal geen zin in, dus deed ik een schakelprogramma en researchmaster waarna ik promoveerde in de Onderwijswetenschappen. Onderwijs is behalve een prachtig vakgebied namelijk ook een fascinerend onderzoeksterrein.’
Niet het een of het ander (maar beide)
‘Intussen werk ik ruim tien jaar in het hoger onderwijs. De verdeling onderwijsonderzoek in mijn huidige aanstelling? (Lacht.) Ik denk 6040, maar dat moet ik opzoeken. Voor een onderwijswetenschapper lopen die activiteiten in elkaar over: ik onderzoek mijn eigen onderwijs en geef les over mijn onderzoeksbevindingen. Ik lees literatuur als onderzoeker, maar ook als docent. Natuurlijk is dat ook wel eens puzzelen. Soms reserveer ik een dag om aan een onderzoeksartikel te schrijven, maar als een student langskomt met een vraag, ga ik niet zeggen: “Dit is mijn onderzoeksdag.” Het is dus zoeken naar evenwicht, maar een voltijdse onderzoeksaanstelling zou ik niet willen. Lesgeven hoort echt bij mij.’
Steeds meer mezelf
‘De belangrijkste ontwikkeling die ik heb doorgemaakt als docent is dat ik steeds meer mezelf ben geworden. In mijn eerste colleges als promovenda was ik nog aan het aftasten: vinden studenten het oké dat er geen professor voor de groep staat? Breng ik de inhoud wel goed over? Nu sta ik er echt als mezelf. Ik gebruik mijn persoonlijke ervaringen om de theorie voor studenten inzichtelijk te maken. Een college over morele ontwikkeling illustreer ik bijvoorbeeld met een foto van mijn zoontje die als eenjarige een driftbui kreeg omdat hij de oven niet mocht aanraken. Verder gebruik ik allerlei technieken en werkvormen om de rode draad van de cursus te verhelderen: story arcs, interactieve digitale tools, prikkelende vragen, humor en sarcasme. Ik ga ook veel met studenten in gesprek. Ik wil ze prikkelen om hun eigen mening te vormen en hun eigen stem te vinden. Je hebt wel een paar jaar nodig om cursussen zo grondig uit te werken. Bovendien moet je eigenaarschap voelen om te durven experimenteren. Daar helpt een aanstelling als universitair docent bij. Ik voel nu veel meer ruimte dan tijdens mijn PhDtraject. Maar het zit ook in mijn aard. Ik heb altijd de drang om mezelf te ontwikkelen, om dingen uit te proberen die de studenten nóg verder kunnen brengen. Op die manier blijft het werk ook interessant voor mezelf.’
‘Als wetenschapper draag je ook met onderwijs wezenlijk bij aan de academische gemeenschap.’
Als je de kleuters aankan, kan je alles
‘Een onderwijsinnovatie die ontstond uit een combinatie van studentbehoeften en mijn eigen interesse is de virtual reality kleuterklas die ik ontwikkelde met een Teaching Fellowbeurs van het Comeniusprogramma. Tweedejaarsstudenten van de Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs lopen een semester stage in een kleuterklas. Daarover hoorde ik vaak: “Wat moet ik hiermee? Die kleuters klieren en krioelen, doen niet wat ik wil en huilen zo snel.” Ik dacht: als onze studenten hier zo mee worstelen, gaat er waarschijnlijk iets mis in onze instructie. Het ging me bovendien aan het hart dat ze de kleuters niet leuk vonden. Ik had daar zelf als leerkracht juist positieve ervaringen mee. Onderwijs begint niet pas in de bovenbouw. Sterker nog, als je de kleuters aankan, kan je alles. In de virtual reality klas die we ontwikkelden kunnen studenten in alle rust strategieën uitproberen om een op tilt geslagen groep kleuters rustig te krijgen. Zingen, boos worden, afwachten, het zijn allemaal mogelijkheden. Na een succesvolle pilot gaan we de vrkleuterklas nu ook bij drie pabo’s introduceren.’
Je ambities uitspreken
‘Dat ik ruimte voel om te experimenteren heeft te maken met mijn werkomgeving, maar ik stel me ook assertief op. Ik onderzoek hoe ik mijn doelen kan bereiken en maak ze kenbaar. Het helpt echt als je je ambities uitspreekt. Dat kan ik beginnende wetenschappers dan ook aanraden. Denk niet bij voorbaat: dat kan toch niet. Zoek naar mogelijkheden en gelijkgestemden. Op het hbo is veel onderwijsinnovatie, ga daar eens praten. (Vrolijk) Of mail mij. Ook Twitter kan een instrument zijn. Ik laat daar zien waar ik mee bezig ben en meng me in discussies over onderwijs. Als wetenschapper leer je om bescheiden te zijn, dus je moet een drempel over om te zeggen: ik doe iets bijzonders, ik kan een wezenlijke bijdrage leveren. Voor mij voelt wat ik doe vanzelfsprekend, maar naarmate ik me uitspreek, merk ik dat anderen er geïnspireerd door raken. De voorzitter van het college van bestuur twitterde in coronatijd dat de RUG de beste zou worden in online onderwijs. Ik reageerde met het aanbod om daar als docent en onderwijswetenschapper over mee te denken en werd uitgenodigd voor een overleg. Nu, na vier jaar in Groningen, begin ik de vruchten te plukken van mijn zichtbaarheid. Steeds meer mensen weten me te vinden. Zo vroeg de rector me vorig jaar om bij de jaarafsluiting een speech te houden met een positieve terugblik.’
Onderwijs doet ertoe
‘Een andere recente mijlpaal is dat ik geselecteerd ben voor de Young Academy van de RUG. Voor mij is dat een teken dat er in de wetenschappelijke cultuur iets begint te verschuiven. Vanuit de Young Academy kan ik nog breder uitdragen dat onderwijs een kerntaak is van een universiteit en dat je als wetenschapper ook met onderwijs wezenlijk bijdraagt aan de academische gemeenschap. Ik probeer te prikken en prikkelen om te laten zien dat het leuk is en dat je er energie van kan krijgen. We mogen als docenten vaker stilstaan bij onze successen. Ook kleine stappen zijn waardevol: “Ik heb mijn cursus aangepast en dat ging goed!” “Vandaag kwam ik met energie uit de collegezaal.” “Ik steek nu tijd in dit vak, want mijn studenten verdienen dat.” Als ik onderzoekers net dat zetje kan geven om in plaats van die zoveelste publicatie een Comeniusbeurs aan te vragen, ben ik een tevreden mens.’
Profiel
Naam |
Jolien Mouw |
Functie |
Universitair docent |
Instelling |
Rijksuniversiteit Groningen |
Opleiding |
Bachelor Pedagogische en onderwijswetenschappen, Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs en master Onderwijswetenschappen (tracks Onderwijsinnovatie en Learning in Interaction) |
Werkzaam in hoger onderwijs |
10 jaar |
Totale aanstelling |
0,9 fte |
Tijd voor onderwijstaken |
‘Dat moet ik even opzoeken, ik denk 60%’ |
Andere taken |
lid Faculteitsraad Gedrags& Maatschappijwetenschappen, Guiding Coalition Hybride Onderwijs Rijksuniversiteit Groningen, Comenius Teaching Fellow – ComeniusNetwerk (circle Duurzaam docentschap), lid Interfaculty V/Ar Hub, lid van de Young Academy Groningen |
Relatie met het ComeniusNetwerk |
Ontwikkelde in 2020 met een Teaching Fellowbeurs een virtual reality kleuterklas |
Dit portret is onderdeel van de reeks van tien portretten in de publicatie 'Gedreven door onderwijs - Tien portretten van bevlogen docenten in het hoger onderwijs’. De publicatie is te downloaden in het Nederlands en in het Engels. Het boek is tot stand gekomen door leden van de circle Duurzaam Docentschap van het ComeniusNetwerk.